
Heel recentelijk begroet een Franstalige treinbegeleider ter hoogte van Vilvoorde de reizigers met in hoofding vermelde formule. Hiermee ontstaat een heuse rel, en wordt stelling ingenomen. Zelfs Mevrouw Dutordoir mengt zich als CEO in het debat op de sociale media. Zij komt niet verder dan haar waardering uit te spreken voor de personeelsleden die de begeleiding van de reizigers verrichten .Wat is er aan de hand?
Het reglement van de N.M.B.S. stelt dat voor alle aankondigingen mondeling, schriftelijk of digitaal exclusief de taal van het gewest (Vlaanderen,Wallonië,Brussel)wordt gehanteerd. Meestal is dit geen probleem en wordt dit programmatorisch goed geëerbiedigd zelfs in het ingewikkelde grensgebied rond de hoofdstad. Daar is de veelheid van grenzen een handicap. In het station van het bedreigde Halle heb ik ooit eens vastgesteld dat bij het wachten op de trein een tweetalige aankondiging had plaatsgevonden. De werkelijkheid moet hier dus voor eenmaal het programma hebben verschalkt. Sindsdien ben ik extra alert en heb ik geen fout meer ontdekt bij de automatische signalisatie.
De verkeerde handeling van de treinbegeleider was een duidelijke overtreding van het spoorreglement: de klacht was dus helemaal terecht: Vilvoorde is niet “Vilvorde” en een Vlaamse stad. Maar er ontstond een hele heisa, niet in het minst vanuit de hoek van talloze Vlaamse Gutmenschen , die het incident weglachten als een futiliteit.
Het merendeel van de reacties kwam gezien de bron van het verhaal de facebookpost van de betrokken treinbegeleider was evenwel van francofonen: naast de gebruikelijke taalracistische reacties, was de hoofdtoon aldaar: ”De man heeft zijn informatie in de twee talen verstrekt, dus moet het wel juist zijn”. De Walen gaan dus nog steeds onverminderd uit van tenminste de de facto tweetaligheid in Vlaanderen, wat in feite neerkomt op de wil tot annexatie van het gebied dat zij doorkruisen om het de jure tweetalige Brussel te bereiken.
Het franstalige Herrenvolk beschouwt dus nog steeds Vlaanderen als een wingewest. Zo lang als België, de favoriete uitbuitingsstructuur van de francofonie, blijft bestaan en Vlaanderen internationaal geen eigen “smoel” heeft zal het knagen aan de Zuidergrens blijven voortduren, en de tweetaligheid van Brussel een lachertje zijn.
In dit opzicht vormt de huidige federale regeringsvorming een groot vraagteken voor de directe toekomst. Momenteel hebben we enkel weet van gesprekken over de sociaal-economische problematiek, en wordt de Godzilla van het communautair debat in de kerkers van het vermolmde België ingesloten. Wordt de electorale uitspraak in Vlaanderen waaruit een bijna meerderheid zich uitsprak voor een maximo-confederaal model-annex onafhankelijkheid weer naar de Griekse kalender verschoven?
Met de dramatische budgettaire toestand voor ogen groeit de vraag of er ooit nog wel een consensus kan groeien in deze artificiële Belgische constructie die historisch nooit had mogen bestaan, en de Vlamingen nog steeds als tweederangsburgers beschouwt: als koelies die enkel dienen om de steeds weer gebleken francofone drijverijen ongestraft te laten gebeuren en elke vorm van federale loyauteit weg te lachen. Wie nu nog het antwoord niet weet op deze onduldbare toestand zal met” business as usual ” roemloos ten onder gaan.
Patrick Proot
Voorzitter ai. Vlavrij
Een reactie achterlaten