Olympische spelen 2024
In 1896 grepen voor het eerst de Olympische Spelen plaats onder impuls van de Franse Baron de Coubertin. Door de spectaculaire groei van de spelen kregen zij stilaan een universeel karakter en verdampte het opzet “Deelnemen is belangrijker dan winnen”. In de dertiger jaren trad de politiek volledig binnen in de spelen, die daarmee aan belang wonnen maar waarbij dit facet een inbreuk vormde op het oorspronkelijk doel ervan.
Na Wereldoorlog II kwam de commercialisatie opzetten, en nog recentelijk de discussie over het al dan niet beroeps-karakter van de atleten die optraden in de Spelen. We kunnen geredelijk aannemen dat momenteel vooral de overheid de atleten ondersteunt, voor zover deze er ook eigen publiciteitsinkomsten kunnen nastreven
De recente opening van de Spelen in Parijs bewijst dat er nog heel wat enthousiasme bij het publiek kan worden losgeweekt, en dat Frankrijk als organiserende instantie van de spelen van 2024 heel veel fierheid vertoont. Deze fierheid kan worden getoetst aan het megagrote evenement, waarbij de wereldstad Parijs helemaal wordt betrokken: met een draconische ordemacht die moet zorgen dat het risico op aanslagen zeer sterk wordt gereduceerd.
Nog steeds worden de atleten ingedeeld volgens hun aanhorigheid bij een “land”. En daar wringt het schoentje bij veel deelnemende landen. Het aantal landen dat beantwoordt aan een perfect harmonische toestand is door de decennia heen verkleind, en vele landen hebben een soms ingewikkelde constructie daaraan overgehouden.
Het gevolg is dat het aspect vertegenwoordiging bij de spelen een belangrijk facet vormt, en hier komt het specifiek geval van België op de proppen. Reeds heel vroeg werd er in België gesproken over cultuurautonomie, waarvan de sport een integrerend deel van uitmaakte. Als men de logica verder zou toepassen zoals het hoort, dan zouden Vlaanderen en Wallonië ingedeeld moeten worden in een aparte delegatie, die dan ook door de buitenwereld worden erkend als een eigenheid.
Maar hier komen oude machtsstructuren en persoonlijke banden te berde die deze manifestatie van eigenheid volkomen doorkruisen en onmogelijk maken: de adellijke families met hun vertakkingen in elitaire sporten, de sportbonden die hun macht omwille van de financiële draagwijdte niet willen opdelen, de reactionaire politici die met de democratische processen afrekenen.
Het valt op hoe Frankrijk als organiserend land voor 2024 blij enthousiast de spelen regisseert, en dat het evenement ook wat mag kosten. Ook wij als Vlaming hebben op sportief vlak wat te bieden: maar doordat onze eigenheid niet erkend wordt in een delegatie die door de internationale menigte een spontaan applaus zou kunnen uitlokken gunt men ons die diepe vreugde niet. En zullen we internationaal steeds tweederangsburgers blijven, zonder erkenning van onze eigenheid, waar we nochtans fier mogen over zijn.
Patrick Proot
Voorzitter a.i. Vlavrij
Een reactie achterlaten